Ga naar de navigatie Ga naar de content Ga naar de footer
Menu

Wat hebben tandvleesontsteking, de ziekte van Alzheimer en reuma met elkaar te maken? Dit: mondbacteriën spelen er een rol bij. Steeds meer onderzoek laat verbanden zien tussen micro-organismen in je mond en een scala aan ziektes. De vraag is wat kip of ei is.

Een bacterie met de naam Phorphyromonas gingivalis krijgt de schuld van een heleboel ellende. Allereerst van tandvleesontsteking, een van de meest voorkomende aandoeningen wereldwijd. In Nederland heeft ongeveer de helft van de volwassenen ontstoken tandvlees. Van hen heeft 10 tot 15 procent hiervan een ernstige vorm, schat hoogleraar tandheelkunde Hugo de Bruijn van het Radboudumc in Nijmegen.

De bacterie veroorzaakt een infectie van het tandvlees, waardoor er schade aan het weefsel rondom de tanden ontstaat. Tandvlees trekt zich terug en tanden kunnen uitvallen. De gevolgen zijn moeite met kauwen en een minder mooi gezicht.

Maar dat niet alleen. Steeds meer wetenschappers wijzen op verbanden tussen ongezond tandvlees –veroorzaakt door onder meer P. gingivalis– en een scala aan aandoeningen, waaronder reuma, diabetes, hart- en vaatziekten en kanker.

Bacteriesamenstelling

Mensen met ontstoken tandvlees hebben twee keer zo veel kans om reuma te krijgen. Dat schrijft Giorgio Gabarrini, voorheen werkzaam bij de afdeling medische microbiologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen, in zijn proefschrift. Eind 2018 promoveerde hij daar op de rol van tandvleesontsteking bij reumatoïde artritis, een auto-immuunziekte waarbij gewrichtsproblemen ontstaan.

Wordt de tandvleesontsteking behandeld, dan verminderen de reumaklachten. Deze gegevens leveren volgens Gabarrini „sterk bewijs” dat reumaproblematiek wordt veroorzaakt of versterkt door dezelfde mondbacteriën die ook tandvleesontsteking veroorzaken.

Zijn verklaring? Sterk vereenvoudigd luidt die als volgt. De tandplakbacterie, P. gingivalis, verstoort de bacteriesamenstelling in de mond en in de darmen. Dit activeert immuuncellen om antilichamen te produceren, die zich hechten aan specifieke eiwitten in de gewrichten. Slot van het liedje is dat het afweersysteem het eigen lichaam aanvalt en zo schade aan de gewrichten berokkent.

Vroeggeboorte

Ook is de beruchte bacterie mogelijk de oorzaak van de ziekte van Alzheimer, suggereert onderzoek dat in januari 2019 is gepubliceerd in het vakblad Science Advances. P. gingivalis maakt stofjes aan, zogeheten gingipaïnes, die zenuwcellen kunnen beschadigen. De onderzoekers troffen deze gingipaïnes aan in 51 van de 54 onderzochte hersenen van overleden alzheimerpatiënten. Ook vonden ze DNA van deze bacterie in een aantal onderzochte hersenen. Het gebruik van een middeltje dat de werking van gingipaïnes blokkeert, zorgde bij muizen voor minder zenuwschade.

Daarnaast worden tandvleesbacteriën, waaronder P. gingivalis, in verband gebracht met vroeggeboorte en een laag geboortegewicht. Onderzoekers troffen zes verschillende tandvleesbacteriën aan in de placenta van vrouwen. Een daarvan, Fusobacterium nucleatum, kwam bij een vroeggeboorte in grotere aantallen voor dan bij een voldragen zwangerschap.

En dan is er nog de link met hart- en vaatziekten. Mensen met ernstige tandvleesontsteking hebben 60 procent meer kans op een aandoening aan de bloedvaten, ontdekte tandarts-parodontoloog Nicky Beukers. Zij promoveerde in 2016 aan het Academisch Centrum voor Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA) onder begeleiding van prof. Bruno Loos.

Loos verklaart het verband tussen mondbacteriën en hart- en vaatziekten als volgt. „Als je fors ontstoken tandvlees hebt, kunnen tijdens het kauwen en slikken bacteriën door je lichaam gaan zwerven”, zegt hij tegen Het Parool. „Dat verhoogt de algemene ontstekingsgraad in je lichaam. De bacteriën kunnen aderverkalking verergeren. Ook bloedplaatjes kunnen iets makkelijker klonteren als die bacteriën door je lichaam zwerven.”

Of tandvleesontsteking hart- en vaatziekten veroorzaakt of andersom, durft Loos niet met zekerheid te zeggen. Wel stelt hij dat internationaal onderzoek laat zien dat tandvleesontsteking vaak voorafgaat aan hart- en vaatziekten.

Voorbarig

Zijn collega aan het ACTA, prof. Fred Rozema, waarschuwt voor al te voorbarige conclusies. „Je kunt niet zeggen dat je een hartaanval krijgt van een slechte mondgezondheid. Dat is sensatie zoeken”, nuanceert hij. „Er zijn weliswaar verbanden gevonden tussen mondbacteriën en allerlei ziektes, maar dat wil niet zeggen dat deze bacteriën alle problemen veroorzaken of de enige oorzaak daarvan zouden zijn. Veel chronische ziekten worden door meerdere factoren bepaald. Mondbacteriën kunnen daar één van zijn, naast alcoholconsumptie, roken en ongezond eten.”

Volgens Rozema is met nog geen enkele aandoening een oorzakelijk verband aangetoond. „Zover is het wetenschappelijk onderzoek nog niet. Dat roken longkanker veroorzaakt, weten we ook pas na tientallen jaren onderzoek.”

Wetenschappers in de VS en in Australië zijn momenteel een vaccin tegen P. gingivalis aan het ontwikkelen. Rozema ziet daar weinig heil in. „Ik verwacht niet dat één bacterie alle ellende veroorzaakt. Slechts 35 procent van alle bestaande bacteriën is te detecteren. Vermoedelijk wordt later ontdekt dat het om een combinatie gaat van bacteriën, schimmels en afgeleiden.”

Wel staat voor de Amsterdamse hoogleraar als een paal boven water dat mondgezondheid en de algehele gezondheid invloed op elkaar hebben. „De mond is een onlosmakelijk deel van het lichaam. Dat wisten ze vroeger beter dan nu. Pakweg een eeuw geleden keek de huisarts in de mond van een patiënt om te zien of hij ziek was. Nu laat hij dat aan de tandarts over. De tandarts heeft daarom een belangrijke signaalfunctie bij het vroegtijdig ontdekken van gezondheidsproblemen.”

Zoals? „Zweertjes in de mond kunnen bijvoorbeeld wijzen op de ziekte van Crohn of een vorm van kanker. Als iemand een erg droge mond heeft en gemakkelijk gaatjes krijgt, kan dat wijzen op de ziekte van Sjögren. Gelukkig is er tegenwoordig in de tandheelkundige opleiding meer aandacht voor de geneeskunde dan voorheen. Zodat de nieuwe lichting tandartsen weet wat er aan de hand kan zijn bij afwijkende dingen in de mond. En zij patiënten bij een niet-pluisgevoel tijdig doorverwijzen.”

Tweerichtingsverkeer dus. Ziektes kunnen problemen in de mond geven. Andersom kan een slechte mondgezondheid ziektes veroorzaken – voor zover dat vaststaat. Rozema: „Zorg dan ten minste voor een goede mondgezondheid. Die kun je makkelijk bereiken door goed te poetsen, te stoken en te flossen. En bezoek regelmatig de tandarts. Superbelangrijk.”

Kauwende kaken

Bezoek regelmatig de tandarts, adviseert prof. Rozema. Daar kan de Bunschotense tandarts Richard Kohsiek volledig mee instemmen. „Vier op de vijf mensen zien op tegen een gebitscontrole. Doe het toch. De berg wordt anders alleen maar groter.”

De mond is een belangrijk onderdeel van je lichaam, zegt Kohsiek. „Daar begint de spijsvertering. Zorg er daarom goed voor. Een bezoek aan de tandarts en een mondhygiënist hoort bij een goede mondverzorging. Kinderen en ouderen kunnen het beste twee keer per jaar langsgaan. Volwassenen hebben soms genoeg aan één keer.”

Het valt Kohsiek op dat kindergebitten tegenwoordig vaker gaatjes bevatten. Ook al wisselen kinderen hun gebit, toch vindt hij dat een zorgelijke ontwikkeling. „Je wisselt maar één keer in je leven. Als kinderen jong beginnen met goed poetsen, blijven ze dat ook op latere leeftijd doen. Andersom geldt hetzelfde. Als kinderen problemen hebben met hun melkgebit, kampen ze later ook vaak met gebitsklachten.”

De Bunschotenaar ziet twee oorzaken voor het toenemende aantal gaatjes bij kinderen. „Het poetsen door de ouders gebeurt te weinig. We adviseren twee keer per dag twee minuten poetsen. De meesten halen echter twee minuten poetsen per dag ternauwernood.”

Daarnaast vindt hij dat er te veel wordt gesnoept. „Als ik om me heen kijk, zie ik alleen maar kauwende kaken. Eet je een dropje of neem je een slokje frisdrank, dan heeft het gebit een halfuur nodig om van het zuur in die producten te herstellen. De hele dag snoepen, betekent een continue zuuraanval op je gebit. Funest voor het tandglazuur. Ons advies: streef naar vijf tot zeven zuurmomenten per dag.”

Maximaal zeven keer per dag iets eten of drinken, twee keer per dag poetsen en één keer per dag een tandenstoker gebruiken. Dat raadt Kohsiek iedereen aan. „Houd je dat vol, dan kan je mond het honderd jaar volhouden. Tandartsen wordt tijdens hun opleiding bijgebracht: zorg ervoor dat iemand een leven lang zijn eigen gebit behoudt. Zo moeilijk is het niet.”

Poetsen kan volgens hem het beste worden gedaan met een elektrische tandenborstel met timer. „Daarmee ga je met een constante kracht langs je tanden. Te veel kracht gebruiken of meebewegen kan schadelijk zijn voor het tandvlees. De timer zorgt ervoor dat je lang genoeg poetst. Anders haal je de twee minuten waarschijnlijk niet: we hebben een heel slecht tijdsbesef. Ook belangrijk: vervang de borstel tijdig. Hij gaat een maand of drie mee.”

Belangrijk is het om poetsen gestructureerd te doen. „Begin bijvoorbeeld linksboven aan de binnenkant van je gebit en poets tot je rechts zit. Ga dan van rechts aan de buitenkant van de tanden naar links. Doe dan hetzelfde voor je onderkaak. En vergeet de kauwvlakken niet.”

Welk merk tandpasta je gebruikt, is volgens de tandarts niet van belang. Zolang er maar fluoride in zit. „Dat zit in bijna alle soorten tandpasta. Het maakt glazuur harder.”

Stoken

Maakt het nog uit: stoken of flossen? „We raden stoken aan. Dat is makkelijker dan flossen. Je moet beide kanten van een tand of kies meepakken. Met een tandenstoker gaat dat in één keer; met een flosdraad moet je er aan twee kanten langs gaan. Flosdraad moet ook eerst met een zagende beweging tussen de kiezen door naar het tandvlees worden gebracht.” Een voordeel van stoken is dat je het overdag in de auto of de trein kunt doen. „Flossen lukt alleen goed voor de spiegel.”

Kohsiek, die inmiddels dertien jaar een eigen praktijk runt, merkt dat het publiek niet altijd openstaat voor poetsinstructies. „Mensen zeggen vaak: Dat weet ik wel. Of: Ik heb nergens last van. De maatschappij verandert. Met name de jongere generatie luistert minder goed naar de tandarts, net als naar de leraren op school.”

De ervaren tandarts is op de hoogte van de vele aandoeningen waarmee ontstoken tandvlees in verband wordt gebracht. Het kost echter moeite om dat voor het voetlicht te brengen. „Mensen staan meer open voor de vakman die een klusje doet, dan voor de wetenschapper die een verband probeert uit te leggen tussen de algemene gezondheid en de mondgezondheid. Toch blijf ik het doen.”

Plak te lijf met spoelmiddel en blauwe pasta

Gaatjes, bloedend tandvlees en tandsteen: allemaal het gevolg van tandplak, een mengsel van etensresten, speeksel en bacteriën. Tandplak kan worden weggepoetst, maar vaak blijven er resten achter.

Amerikaanse onderzoekers hebben daarom een tandpasta ontwikkeld die tandplakresten een blauwgroene kleur geeft. Deelnemers die deze tandpasta gebruikten, bleken hun tanden beter te poetsen dan de controlegroep. Bovendien hadden ze een lagere algehele ontstekingsgraad in het lichaam, waardoor ze mogelijk een lager risico lopen op een hartaanval of een beroerte.

Helemaal nieuw is het idee van de Amerikanen niet. Er bestaan al tabletten die tandplak laten verkleuren.

Ook het gebruik van spoelmiddelen kan tandplakvorming en tandvleesontsteking tegengaan. Chloorhexidine is een veelgebruikt middel, maar kan smaakverandering veroorzaken en de tanden zwart doen kleuren. Een spoelmiddel op basis van etherische oliën en alcohol is ook effectief en kent die nadelen niet, ontdekte dr. Martijn van Leeuwen tijdens zijn promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam. Een spoelmiddel met alleen alcohol verminderde plak en tandvleesontsteking niet.

Bron: RD (Reformatorisch Dagblad) 6-5-2020